Afgelopen week brachten Wepke Kingma, Nederlands ambassadeur in Duitsland en Dirk Brengelmann, Duits ambassadeur in Nederland, een uniek werkbezoek aan onze grensregio. Met gesprekken en presentaties in Münster, Enschede en Vreden/Achterhoek laat de EUREGIO zien dat grensoverschrijdende samenwerking en ‘het uitgummen van grenzen’ wezenlijk is voor de economische ontwikkeling van het gebied.
In december 2018 hebben de overheden in de regio’s Münsterland, Twente en Achterhoek in een memorandum vastgelegd dat ze intensiever samenwerken om het gezamenlijke Euregiogebied als één stedelijke agglomeratie, op de kaart te zetten. “Daarmee kan de regio gezien worden als voorloper en proeftuin voor andere Europese grensregio’s.”, aldus Rob Welten, voorzitter van de EUREGIO.
De beide ambassadeurs spraken tijdens het werkbezoek onder meer met werkgevers en studenten over kansen en belemmeringen voor de arbeidsmarkt en het onderwijs. Op het gebied van arbeidsbemiddeling zetten Grenswerk Gronau/Enschede en het Werkgeversservicepunt Achterhoek zich in om werkgevers en werknemers wegwijs te maken. “De afgelopen jaren hebben honderden mensen al een baan aan de andere kant van de grens gevonden, maar zonder grensbelemmeringen kan dat aantal verder en fors omhoog,” aldus Joris Bengevoord, burgemeester van Winterswijk.
Goede initiatieven
In de praktijk werken de verschillen in wet- en regelgeving, het ontbreken van kennis van elkaars taal en cultuur en het vrije verkeer van vraag en aanbod in de grensstreek, nog vaak belemmerend. Goede initiatieven laten zien dat het anders kan. Neem het project ‘Spreek je buurtaal’, waarbij op de basisscholen in het grensgebied aandacht is voor het leren van elkaars taal en cultuur. En het project Grenzhoppers; een (vrijwillig) netwerk van Nederlandse en Duitse gemeenten, bedrijven en culturele organisaties. Zij organiseren een regionaal platform voor kennisdeling en faciliteren daarnaast de uitvoering van uiteenlopende grensoverschrijdende projecten en activiteiten.
Tijdens het werkbezoek werd ook vastgesteld dat kennisinstellingen aan weerszijden van de grens steeds vaker en beter samenwerken en dat studenten de weg naar opleidingen aan de andere kant van de grens goed weten te vinden. Wel wordt aandacht gevraagd voor de wederzijdse erkenning van diploma’s; met name voor MBO-opleidingen in de zorg en kinderopvang is verbetering van de situatie nodig.
Bereikbaarheid
Van belang voor de samenwerking in het grensgebied is een goede bereikbaarheid. Hier werd uitvoerig bij stil gestaan. “Betere bereikbaarheid is nodig om economische kansen maximaal te kunnen benutten en daarmee het woon- en werkklimaat en het voorzieningenniveau op een hoog peil te houden”, geeft Onno van Veldhuizen, voorzitter van Regio Twente aan: “Dat geldt niet alleen voor onze eigen inwoners, maar ook voor het talent dat we willen aantrekken en behouden om deze grensregio economisch sterker te maken”.