HAN Solarboat derde op Dutch Solar Challenge 2016

Het HAN Solarboatteam is zaterdagavond 9 juli als derde geëindigd in de A-klasse van de Dutch Solar Challenge 2016 met hun in Doetinchem gebouwde boot. De A-klasse bestond uit een internationaal deelnemersveld van 21 zonneboten. Het HAN Solarboatteam is trots op hun derde plaats, maar heeft weinig tijd om van het succes te genieten: 14 juli start de Monaco Solar Boat Challenge in de jachthaven van Monte Carlo!

Lees verder en bekijk foto’s van het evenement.

Team Bevolkingsdaling ziet krimp en kracht Achterhoek

Op 4 juli 2016 bracht het Team Bevolkingsdaling van het ministerie van Binnenlandse Zaken een kennismakingsbezoek aan de Achterhoek. De Achterhoek gaat uit van eigen kracht, maar heeft als krimpgebied nu eenmaal te maken met een verliesmodel en niet met een groeimodel. Onder aan de streep ontstaat altijd een tekort. De Achterhoek riep het Team Bevolkingsdaling op om vooral mee te denken in mogelijkheden. Marianne Besselink (burgemeester Bronckhorst): “Het zou mooi zijn als jullie ons ‘tips’ en ‘tricks’ kunnen geven vanuit het Haagse. Graag trekken we samen op als partners, ook richting de andere ministeries.”

Nieuw team
Het nieuwe Actieplan Bevolkingsdaling bevat een overzicht van de samenwerkingsafspraken met de krimp- en anticipeergebieden. Het Team Bevolkingsdaling zorgt er onder meer voor dat voorbeelden en kennis worden uitgewisseld. Omdat het team recent een vrijwel geheel nieuwe bezetting heeft gekregen, was het programma vooral gericht op kennismaking en –uitwisseling. Daarbij kwamen de hoofdthema’s van de Uitvoeringsagenda Achterhoek2.0 aan de orde: werken, wonen, bereikbaarheid en grensoverschrijdende samenwerking.

Wonen
Regiovoorzitter Annemieke Traag heette het Team Bevolkingsdaling welkom in Neede, een van de kernen waarin de afgelopen jaren veel is geïnvesteerd, maar waar nog steeds grote (ruimtelijke) opgaven liggen. Hans Suurmond (kennismakelaar Wonen van Achterhoek2020) informeerde de aanwezigen over de regionale opgaven rondom wonen en vastgoed. Er is al veel gedaan, maar duidelijk is dat er nog grote slagen te maken zijn vooral in aanpak van de particuliere woningvoorraad en leegkomend vastgoed. Vervolgens werd een rondgang gemaakt door Neede, onder leiding van wethouder Patricia Hoytink (gemeente Berkelland).

Mobiliteit
Peter Drenth (voorzitter regionaal portefeuillehouderoverleg Mobiliteit) liet zien wat voor de bereikbaarheid van de Achterhoek de belangrijkste aandachtspunten zijn, waaronder een goede wegverbinding (N/A18) en betrouwbaar spoor. De vraag aan het Rijk is om ruimte te bieden om te kunnen experimenteren met nieuwe infrastructuur, door daar waar nodig bepaalde regels uit te schakelen. “Mobiliteit is cruciaal voor een gebied in transitie. De Achterhoek wil daarom nú stappen zetten samen met het Rijk en niet wachten tot het te laat is”, aldus Peter Drenth.

Grensoverschrijdend
Ontgrenzer Walter Leemreize nam de aanwezigen mee ‘over de grens’ en gaf vooral aan dat grensoverschrijdende samenwerking alleen tot stand komt door het gewoon te doen. Bijvoorbeeld door het project Buurtaal jong leren en uitwisseling van studenten en stages met de Westfälische Hochschule Bocholt. Wederzijdse diploma-erkenning (met name in de zorg) vormt nog een knelpunt. Het Team Bevolkingsdaling werkt nauw samen met het team dat zich in Den Haag bezighoudt met grensoverschrijdende samenwerking, dus de verbindingen zijn snel gelegd.

Smart Industry
’s Middags werd het bedrijf Stooff Interior Projects in Eibergen bezocht. Directeur Peter Stoverink gaf een rondleiding door zijn bedrijf. Foppe Atema en Martin Stor gaven een toelichting op de strategische focus op Smart Industry. Daarna volgde een gesprek over de samenwerking tussen Rijk, provincie en regio, waarbij ook gedeputeerde Bea Schouten aanwezig was.

‘Van de nood een deugd maken’
Wat neemt het Team Bevolkingsdaling nu mee naar Den Haag? Karin van Dantzig (afdelingshoofd Bestuurlijke Organisatie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken) gaf aan dat het ministerie erkent dat er meer regionaal gekeken moet worden. “Ondanks dat de Achterhoek een zeer innovatieve regio is, hebben we wel te maken met krimp en de gevolgen daarvan. Wat opvalt is dat de Achterhoek van een nood een deugd maakt. Dit is zichtbaar op allerlei terreinen. Men zoekt naar alternatieve manieren om mensen hier goed te kunnen laten wonen en werken.” De wederzijdse intentie is om de samenwerking na de zomer verder te verkennen en uit te bouwen.

Kenniswerkplaats Achterhoek bezoekt Groot Zevert Vergisting

Onlangs organiseerde de Kenniswerkplaats Achterhoek weer een kenniscarrousel. Een groep van 12 mbo docenten en werkveldleiders veehouderij en loonwerk van AOC Oost zijn op bezoek geweest bij het bedrijf Groot Zevert in Beltrum. Roel Beunk, werkzaam bij Groot Zevert Vergisting, vertelde dat het bedrijf in 1958 is begonnen als klein agrarisch loonbedrijf. Nu drie generaties verder is het een toonaangevend loonbedrijf in de regio met 30 medewerkers.

Voor het onderwijs is het belangrijk om zich te realiseren dat op dit soort bedrijven in de toekomst een aantal leerlingen zal komen te werken. Beunk was duidelijk met zijn advies: “Bereid leerlingen nu al voor op de circulaire economie. Het is zeker dat dit in de toekomst steeds belangrijker wordt.” Het gaat dan bijvoorbeeld om kennis van de mineralenbalans in en op de bodem en over biobased grondstoffen en reststromen. Als de mindset van de leerlingen daarop gericht is, kunnen ze straks bij dit soort bedrijven van waarde zijn.

Van lineaire naar circulaire economie_kenniswerkplaats AchterhoekBijgaande afbeelding laat mooi zien hoe we in de ontwikkeling staan van een lineaire economie naar een circulaire economie. In de lineaire economie worden grondstoffen uiteindelijk restafval, terwijl in de circulaire economie in de ideale situatie alle producten weer hergebruikt kunnen worden. Steeds vaker zitten we in een soort van keteneconomie waar volop recycling wordt toegepast, maar waar we ook nog steeds met behoorlijke stromen restafval blijven zitten. De overtuiging van Beunk is dat we naar een volledig circulaire economie zullen groeien.

Tijdens de rondleiding op het terrein was er van alles te zien. Er is de laatste jaren veel bijgebouwd. Er staan enorme silo’s waar de mest in vergist wordt. Met een gedeelte van het gas wordt een grote generator aangedreven waarmee elektriciteit opgewekt wordt.  De restwarmte die vrijkomt bij het produceren van de elektriciteit wordt gebruikt  voor het opwarmen van de mest. Dit gebeurt met een warmtekrachtkoppeling (wkk-installatie).  Er staan proefopstellingen om in de toekomst uit het digestaat (de vergiste mest) de mineralen te halen. Als stikstof, fosfaat en kali uit de mest gehaald kunnen worden, kan het in de juiste verhouding  per perceel toegepast worden. Dit zou een enorme besparing op kunstmest opleveren.

Op de oude stortplaats in Beltrum heeft Groot Zevert diverse mestvergistingsinstallaties staan. Een bekend project is de gasleiding die de komende jaren aangelegd wordt vanaf Groot Zevert naar de fabriek van Friesland Campina in Borculo (7 km) om die fabriek op groen gas te laten draaien. Daarnaast vinden er op de locatie in Beltrum diverse experimenten plaats met mestvergisting, -scheiding, -verwerking, kweken van eendenkroos  etc. Roel Beunk vertelde uitgebreid over de processen en vraagstukken die men bij Groot Zevert tegenkomt. Naast diverse technische uitdagingen, blijkt het economisch vaak lastig te zijn om de projecten met groene energie rendabel te maken. Dit heeft vaak te maken met veranderende wet- en regelgeving en subsidiestromen. Bizar dat de concurrentie van in het buitenland gesubsidieerde groene stroom hier groene initiatieven soms in de weg zit.

Foto bovenaan: aantal docenten in een in aanbouw zijnde mestvergistingsinstallatie.
Foto onder: overzicht van bestaande mestvergistingsinstallaties op voormalige stortplaats Bellegoor.

Groot Zevert Vergisting_bestaande vergistingsinstallaties

Gelders gedeputeerde adviseert EU over grensoverschrijdende mobiliteit

Gelders gedeputeerde Michiel Scheffer is benoemd tot rapporteur van het Comité van de Regio’s. Hij gaat de Europese Unie, namens alle regio’s en steden, adviseren over oplossingen voor grensoverschrijdende wegen en spoorwegen.

Aandacht voor kleine, lokale verbindingen

Michiel Scheffer: ‘Er wordt vanuit Europa veel geïnvesteerd in de grote weg, water en railverbindingen. Maar juist voor de kleine, lokale verbindingen is er geen Europees geld. Je kunt als het ware makkelijker van Rotterdam naar Genua reizen, dan van Winterswijk naar Bocholt.’

Doodlopende wegen

In Europa lopen honderden wegen en spoorwegen dood bij de grens. Dat is een groot probleem voor mensen die langs de grens wonen. Veel wonen in het ene land en werken in het andere. Maar ook de zorg, recreatie, winkels en scholen zijn de dupe van het gebrek aan lokale wegen. Michiel Scheffer: ‘Dat is jammer, want het kost banen en maakt het nodig voorzieningen dubbel te organiseren.’

Comité der Regio’s

In het Comité van de Regio’s adviseren lokale en regionale overheden de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad over de impact van Europees beleid op de regio’s. Als lid van dit Comité is Scheffer gevraagd om een advies uit te brengen over het ontbreken van lokale infrastructuur over de grenzen in Europa. Februari 2017 biedt hij het definitieve advies aan.

Nieuwe koers voor krimpregio’s

Groningen, Fryslân, Gelderland, Zeeland en Limburg, de vijf provincies waarbinnen regio’s liggen die het meest te maken hebben met de negatieve effecten van bevolkingsdaling, ervaren dat Nederland niet in balans is. In sommige regio’s groeit de bevolking, in andere regio’s daalt hij. Voor Nederland is het beter als de krimpregio’s tot hun volle economische potentie komen. Provincies, gemeenten en regio’s zetten maximaal in op goed wonen, werken en leven in de krimpregio’s. Zij kunnen het echter niet alleen. Inzet en commitment van het Rijk blijven hard nodig. Er zijn stevige investeringen nodig op het gebied van economie en arbeidsmarkt, (digitale) bereikbaarheid, de particuliere woningvoorraad en de aanpak van leegstand van maatschappelijk vastgoed. De provincies presenteren deze nieuwe koers voor hun krimpregio’s in het Positionpaper Nederland in Balans. Een nieuwe koers; van symptoombestrijding naar structuurversterking.

Actieplan Bevolkingsdaling niet toereikend
De afgelopen jaren hebben Rijk, provincies, regio’s en gemeenten zich ingezet om de gevolgen van bevolkingsdaling op te vangen in de regio’s waar de trend het meest manifest is. Het lukt op lokaal en regionaal niveau om tot vernieuwende oplossingen te komen in de zorg, het onderwijs en economische vernieuwing. Dat tekent de veerkracht van de regionale bevolking. De provincies waarderen de inspanningen van het Rijk hierbij. Echter op dezelfde voet doorgaan of zelfs een stapje terug, zoals in het nieuwe Actieplan Bevolkingsdaling van het Rijk (dat op 6 juli a.s. in de TK wordt behandeld) wordt voorgesteld, zal uiteindelijk tot grotere achterstanden leiden en de onbalans in Nederland vergroten.

Voor Nederland is het beter als de krimpregio’s tot hun volle economische potentie kunnen komen. De vijf provincies met krimpregio’s zijn daarom van mening dat er een trendbreuk nodig is en willen het Rijk met dit positionpaper inspireren om met dit andere perspectief te kijken. Integraal en gericht op benutten van de maatschappelijke en economische potentie van deze regio’s.

Structureel investeringspakket nodig
Provincies, gemeenten en regio’s kunnen het niet alleen. Inzet en commitment van het Rijk zijn en blijven hard nodig in de krimpregio’s. De provincies vinden dat er voor hun krimpregio’s een structureel investeringspakket nodig is van het Rijk: een meerjarige impuls van €350-400 mln. per jaar over een periode van 15-20 jaar voor onder meer om-, her- en bijscholing, goede (digitale) infrastructuur, een (sloop)fonds voor particuliere woningen en bijdragen voor de sloop, herbestemming en herstructurering van maatschappelijk vastgoed zoals scholen en sportvoorzieningen (waarvan een groot deel leeg staat of leeg komt te staan in krimpgebieden).

De grote steden hebben indertijd  hun positie kunnen herstellen door ruime beschikbaarheid van nationale middelen ten tijde van de stadsvernieuwing. Hetzelfde effect zien de provincies voor de krimpregio’s als structureel en integraal aan de opgaves in deze gebieden wordt gewerkt.

Achterhoek investeert in wonen, werken en bereikbaarheid
De Achterhoek anticipeert op de demografische ontwikkelingen door zich te focussen  op drie speerpunten: werken, wonen en bereikbaarheid. Eerste urgentie is het op peil te houden van de economie door het versterken van de maakindustrie. Dit kan door op grote schaal de principes van Smart Industry toe te gaan passen: dat wil zeggen optimaal gebruik maken van nieuwe (digitale) technieken. Een aantrekkelijke leefomgeving is hierbij een must; voorzieningen moeten voor iedereen goed bereikbaar zijn en het aanbod van woningen moet goed aansluiten bij de vraag (zowel in aantal als in soort woningen).  Ook het voorkomen en aanpakken van leegstand in allerlei soorten vastgoed is van groot belang voor de leefbaarheid. Tenslotte is een goede fysieke en digitale bereikbaarheid een voorwaarde voor een optimale economische ontwikkeling in de Achterhoek. De regio zet hier volop op in met onder andere het project Basismobiliteit. De provincie Gelderland draagt flink bij aan de versterking van de Achterhoek met diverse programma’s en middelen zoals de Gelderse Gebiedsopgave, SteenGoed Benutten, Leefbaarheid, Mobiliteit, Economie, Energietransitie en het Europese investeringsprogramma POP3/Leader. Gedeputeerde Bea Schouten ziet dat al deze inspanningen resultaat hebben: “De Achterhoek heeft niet stil gezeten en ik vind het positief dat er met zoveel elan en gedrevenheid aan de opgave wordt gewerkt. Ik ben ervan overtuigd dat de Achterhoek een krachtige regio blijft als we met z’n allen – burgers, ondernemers, maatschappelijke organisaties, onderwijsinstellingen, gemeenten, regio, provincie én Rijk- de schouders eronder blijven zetten.”

Zelfde problematiek
De Achterhoek, De Marne, Eemsdelta, Oost-Groningen, Maastricht-Heuvelland, Parkstad, Westelijke Mijnstreek, Zeeuws-Vlaanderen en Noordoost-Fryslân zijn door het Rijk erkende krimpregio’s. Hoewel deze regio’s erg verschillend zijn hebben of krijgen deze regio’s door bevolkings- en huishoudensdaling te maken met vergelijkbare problemen.

Aanpak
De krimpregio’s kennen of krijgen, meer dan in de rest van Nederland, te maken met een overschot aan woningen en een leegstand in bijvoorbeeld schoolgebouwen, buurt- en dorpshuizen en cultuurvoorzieningen. Dit vraagt om een flinke transformatie: oude voorzieningen moeten worden gesloopt, herbestemd of geherstructureerd en met nieuwe, multifunctionele voorzieningen op centrale plekken kan er weer kwaliteit worden toegevoegd. Ook het vermogen om geld te blijven verdienen vraagt om een gelijksoortige aanpak in de regio’s. Daarvoor zijn de juiste mensen op de juiste plek nodig en waar dat onvoldoende aanwezig is kunnen om-, her- en bijscholingstrajecten daarin voorzien. Op deze manier kan ook een groot deel van het onbenut arbeidspotentieel in de regio’s aan werk worden geholpen, wat op termijn ook kan leiden tot een kostenbesparing (minder werklozen).

Netwerk aan de Europese grens
Vier van de vijf krimpregio’s liggen aan de grens met Duitsland of België. Daarmee vormen ze ook de poort naar Europa en dit biedt in potentie veel kansen. Op sommige plekken zorgen landsgrenzen er nu nog voor dat agglomeratievoordelen (deels) bij de grens ophouden. Dit komt door bijvoorbeeld taal-, cultuur- en juridische barrières. Als deze worden geslecht tellen de banen, voorzieningen en potentiële medewerkers aan de andere kant van de grens ineens wel mee en nemen de voordelen fors toe. De grensoverschrijdende consument laat al zien welke positieve kansen er zijn. De vijf provincies, willen, samen met de gemeenten en regio’s de uitdaging met het Rijk aangaan om het verschil te maken voor een betere balans in Nederland.

Dit is een gezamenlijk persbericht van Regio Achterhoek en de provincie Gelderland

Achterhoek maakt indruk bij Provinciale Staten

Leden van de commissie Algemeen Bestuur en Financiën van provincie Gelderland bezochten 22 juni de Achterhoek. Dit gebeurde op initiatief van Regio Achterhoek en Achterhoek2020. Doel van het bezoek was de commissie kennis te laten maken met de ambities op het gebied van werken, wonen en bereikbaarheid waarmee de Achterhoek al volop aan de slag is. Steun van de provincie is hierbij zeer welkom. De commissie zal hiervoor binnenkort (een deel van de) middelen uit de Gelderse Gebiedsopgaven toekennen.

Focus op Smart Werken
Regiosecretaris Rik Swieringa zei verheugd te zijn dat de Gebiedsopgave als katalysator heeft gewerkt voor de Achterhoekse partners om focus aan te brengen in de Uitvoeringsagenda2.0 Achterhoek2020. “Onze ambitie is SmartHub Achterhoek te zijn. Daar voor hebben we uw steun op het gebied van leefomgeving en bereikbaarheid hard nodig.” Gelderland heeft onlangs bekend gemaakt honderd miljoen euro beschikbaar te hebben voor het stimuleren van de economie. “Wij hebben met onze inzet op Smart Werken duidelijk gemaakt dat wij de Gelderse economie kunnen bieden. Wij hebben er dan ook alle vertrouwen in dat Gelderland met ons gaat investeren in de Achterhoekse economie.”

De leden van PS bezochten in het gezelschap van Achterhoekse ondernemers, raadsleden en bestuurders de innovatieve fabriek O4 Wheelchairs in Varsseveld, waar ‘slimme’ rolstoelen worden gemaakt. Het is een van de vele Achterhoekse bedrijven die het concept Smart Industry heeft omarmd. In Gendringen werden initiatieven getoond om leegstand in de kernen op te vangen en de leefbaarheid te vergroten. Zo zijn er plannen van Azora, Wonion, gemeente Oude IJsselstreek en Stichting Gendringen Leefbaar om wonen, zorg en wijkcentrum letterlijk dichter bij elkaar te brengen.

Leefbaarheid en mobiliteit
Wethouder Kok, voorzitter van de Stuurgroep Regiovisie Wonen, stelde dat de Achterhoek eensgezind minder gaat bouwen en meer gaat investeren het verduurzamen van bestaande panden. “Daarom vragen wij de provincie ons te blijven ondersteunen, zoals nu gebeurt met het programma Steengoed Benutten.” Wethouder Hengeveld van Oude IJsselstreek gaf aan dat serieus gekeken wordt of slopen een optie is. Stuurgroeplid Peter Drenth benadrukte dat mobiliteit de ruggengraat is van de economie en dat de ambities van de Achterhoek niet zonder uitstekend vervoer waargemaakt kunnen worden. “Wij vragen het Rijk regelruimte om te mogen experimenteren. Zo willen we bijvoorbeeld voorkomen dat er lege bussen rondrijden. Wij kunnen dat ‘smart’ oppakken, maar alleen als de provincie hierbij vierkant achter ons staat.”

Eenheid
Anja Prins, voorzitter van de commissie AB&F, prees de Achterhoek om de mate waarin plannen al concreet zijn. “Daarin loopt deze regio echt voorop. Ik zie veel verbinding tussen ondernemers en bestuurders en een groot enthousiasme om samen de mouwen op te stropen, zoals in de Uitvoeringsagenda2.0 Achterhoek2020. De Achterhoek komt over als een eenheid”. Statenlid Johan Visser vond dat het bezoek opnieuw liet zien waar de Achterhoek voor staat. “Dat kan nooit te veel worden uitgedragen.” Regiovoorzitter Annemieke Traag dankte de Statenleden voor hun komst. “We zijn vereerd met uw aandacht en blijven heel graag met u samenwerken.”

Verhuurdersheffing moet in Achterhoek blijven

Het geld dat de Achterhoekse woningbouwcorporaties afdragen als verhuurdersheffing aan het rijk, moet in de regio blijven. Dat vinden de woningbouwverenigingen verenigd als Aco en de zeven Achterhoekse gemeenten. Het ging in 2015 en 2016 in totaal om ongeveer 28,5 miljoen euro.

„Het geld komt van onze huurders en is in 2013 ingesteld om een begrotingstekort te dichten”, zegt Claus Martinot, voorzitter van Aco waarin Sité Woondiensten, Wonion, De Woonplaats en ProWonen zitting hebben. „Wij vinden dat dit geld in de regio moet blijven om te investeren en om de huren te verlagen.” Lees meer van dit bericht

Evaluatie verhuurderheffing
Recent heeft minister Blok het rapport met de evaluatie van de verhuurderheffing aan de Tweede kamer gestuurd. Hieruit blijkt dat de Achterhoek, als krimpgebied, nu ook in aanmerking komt voor een lagere verhuurderheffing, als er huizen gesloopt worden.

In de aanbiedingsbrief stelt Blok onder andere:
“Daarom stel ik nu al concreet voor op de volgende punten een wetsvoorstel tot wijziging van de verhuurderheffing aan uw Kamer voor te leggen:

  • In lijn met de motie Houwers (TK 31 757 nr. 71) het toevoegen van de gemeentes in de overige krimpgebieden (in casu de Achterhoek en Noordoost Fryslân) aan de gebieden waar de heffingsvermindering voor sloop van toepassing kan zijn. De kosten hiervan zullen worden opgevangen binnen de onderuitputting van de beschikbare €280 miljoen voor de heffingsvermindering.”
SDE+-regeling voor energie van het platteland

“Zon op Erf kan een enorme versnelling zijn in het verduurzamen van de Achterhoek,” zegt Guus Ydema, directeur van AGEM. “Op boerenerven in onze regio kan tot de helft van het Achterhoekse stroomverbruik worden gewonnen. Maar er moet nog een aantal hobbels worden genomen. We hebben bij de Tweede Kamer gepleit om de SDE+regels te versoepelen.”

Ydema: “Boeren die al gestopt zijn met hun agrarische activiteiten zijn makkelijker te bewegen om zonneboer te worden. Voor boeren die nog niet zo ver zijn is de drempel te hoog want ze moeten de agrarische bestemming wijzigen. Dan snijdt een boer zijn agrarische bestaan weg terwijl hij nog geen andere zekerheid terug heeft. Want of de noodzakelijke SDE+subsidie beschikbaar komt is niet zeker. Het risico dat je als boer ineens met lege handen staat is te groot.”

Geen asbest, wel zonne-energie

AGEM en de Achterhoekse gemeenten (via de Regio Achterhoek) hebben daarom in Den Haag gepleit om de regels te versoepelen.
Tijdens het lentediner in het parlementaire centrum Nieuwspoort op 18 mei presenteerde Ydema een aantal maatregelen om duurzame energie te bevorderen.

Ydema stelde dat de verrommeling van het mooie Achterhoekse platteland kan worden tegengegaan door nieuwe kansen te bieden voor leegkomende boerenbedrijven. “Via het project Zon op Erf wordt enerzijds asbest van de schuren gesaneerd en kan anderzijds de agrariër zonnepanelen plaatsen die een nieuwe inkomstenbron zijn waardoor hij een zonneboer wordt.”

Reservering binnen SDE+

Concreet vragen AGEM en de Regio Achterhoek om een deel van het SDE+budget te reserveren voor zonne-energie, zodat (middel)grote zonnestroomprojecten gerealiseerd kunnen worden. Tot nu gaat het grootste deel van die subsidie naar biomassa en windenergie. Tevens pleiten AGEM en de Regio om de regels voor het aanvragen voor SDE+subsidie zo te wijzigen dat middelgrote zonnestroomprojecten (tot bijv. 2 MW) in behandeling worden genomen als er een voornemen van de gemeente wordt overlegd om de bestemming te wijzigen in de opwekking van duurzame energie. Zo kan er een subsidie worden aangevraagd zonder dat er een definitief gewijzigde vergunning is.

Bron: agem.nu

Samen werken aan sterke centra en vitale kernen

De Achterhoekse gemeenten organiseerden samen met KIK (landelijk kennisnetwerk centrumontwikkeling in krimp- en anticipeergebieden) het tweedaagse studieprogramma ‘Samen werken aan sterke centra en vitale kernen!’ Zo’n vijftig mensen namen deel aan het programma op 25 en 26 mei.

Deelnemers waren vertegenwoordigers van gemeenten, ondernemersverenigingen, provincie, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dag één startte bij het Meestershuis in Vorden. Een mooi voorbeeld van een succesvolle transformatie van een oud pand naar grandcafé, dankzij de inzet van een paar enthousiaste ondernemers met hart voor het dorp.

Marianne Besselink, burgemeester van Bronckhorst en tevens nieuw bestuurlijk trekker van KIK, heette de aanwezigen welkom. Hans Suurmond, regiocoördinator volkshuisvesting Achterhoek, nam de deelnemers mee in de regionale context en enkele feiten en cijfers over demografie en detailhandel. Aansluitend bracht men in twee groepen onder leiding van lokale ondernemers een bezoek aan de kernen Vorden en Hengelo; kernen met verschillen in historie, ruimtelijke structuur en dynamiek. Dag één stond in het teken van ‘keuzes maken’. Waar zet je in welke kern op in en hoe voorkom je concurrentie tussen kernen? Hierover ontstond een levendige discussie tussen de deelnemers.

Thema van dag twee was ‘sturen, verleiden of meebewegen’. Niet (alleen) de gemeente is aan zet bij centrumontwikkeling. De ontwikkeling die op gang komt, is juist afhankelijk van de inzet van ondernemers en andere partijen uit het dorp. Een goed voorbeeld van wisselwerking tussen ondernemers en gemeente is Het Klooster in Ulft. Daar heeft de Stichting IJzersterk Ondernemen een ondernemerscentrum gevestigd met kantoorruimtes en de benodigde faciliteiten. De gemeente Oude IJsselstreek heeft hier medewerking aan verleend.
’s Middags vetrok het gezelschap naar Groenlo om daar uitleg te krijgen over Programma Stad Groenlo en met eigen ogen te zien welke successen al zijn behaald en welke opgaven er nog liggen.

Het waren twee inspirerende dagen waarin veel kennis, succesvolle voorbeelden, opgaven en dilemma’s zijn gedeeld. Volgend jaar vindt de KIK-bijeenkomst plaats in een andere krimp- of anticipeerregio, welke is nu nog niet bekend.

‘Dag van de buurtaal’ in beeld

Op 21 april 2016 vond op verschillende locaties in Bocholt de derde ‘Dag van de buurtaal’ plaats. Er is gefilmd tijdens de dag, waarvan u nu het resultaat kunt bekijken in een videoverslag.

500 Duitse en Nederlandse leerlingen gingen in gemengde groepen met allerlei thema’s aan de slag in twee van de 20 workshops. Hierbij stond het praktisch gebruik van elkaars buurtaal centraal. Maar liefst zes Nederlandse en zeven Duitse middelbare scholen uit de Achterhoek en Borken deden mee aan dit unieke evenement.